De ontbrekende locale heiligen

Laten we beginnen met ‘miel’ op 20 september. Noch in het Vollständiges Heiligenlexikon, noch in de Acta Sanctorum is op die dag iemand genoemd die met die afkorting aangeduid kan worden. Is het een onzinwoord? De cisiojanus bevat verder geen onzinwoorden. De versificator heeft getracht althans grammaticaal goed lopende zinnen te maken. Rijmdwang? Er zijn heel wat Nederlandse woorden die op ‘iel’ uitgaan. Wie zou het dan wel kunnen zijn?

We maken een uitstapje naar de Johannes van 27 januari. Het is niet met zekerheid uit te maken, of het Johannes Chrysosthemos betreft of Johannes van Terwaan, of mogelijk beiden. De eerste zou dan de enige Griekse kerkvader zijn die in deze lijst van heiligen is opgenomen. Overigens was hij ook in de Latijnse Christenheid beroemd, omdat hij de moed had de keizer te kapittelen.

Voor geestelijken die bekend waren met de Investituurstrijd, iemand om zijn gedachtenis te vieren. Johannes, bisschop van Terwaan, voerde met straffe hand de hervormingen van Cluny uit. Maar hij is nooit heilig, alleen zalig verklaard. Zijn opvolger, Milo, is wel heilig verklaard. Echter, diens feestdag is 16 juli. Diens opvolger, zijn neef Milo II, overleed op 14 september 1169.(1) Op zijn zachtst mogen we zeggen, dat het hier een omstreden heilige betreft, die de kalender niet wenste op te nemen.

Ook Servaas is niet onomstreden. Heilig is hij zeker, maar is twijfel ten aanzien van zijn politieke correctheid. In de 12e eeuw wordt verteld, o.a. door Heinric van Veldeke, dat hij van Petrus zelf een sleutel kreeg, waarmee ook hij de poort van de hemel kon openen. Dat maakte hem gelijkwaardig aan Petrus zelf. Het was een wapen in de Investituurstrijd, waarmee het kapittel van Sint Servaas zich onafhankelijk verklaarde van de paus en dus de bisschopskeuze overeenkomstig de wensen van de keizer kon maken.(2)

En dan Brandaan. De geloofwaardigheid van zijn avonturen werd in de 13e eeuw door schrijvers van gezag, Vincentius van Beauvais en Jacob van Maerlant, in grote twijfel getrokken.(3) Sommige van zijn avonturen stonden zelfs op gespannen voet met de kerkelijke leer. Ook hij is een omstreden heilige.

Macarius is begraven in het Sint-Baafsklooster, nadat Sint Pieter hem geweigerd had. Hij komt niet voor in het Vollständiges Heiligen-Lexikon, noch in de Acta Sanctorum. Het ontgaat mij een beetje waaraan hij zijn heiligheid te danken had en ik denk dat de samensteller van de kalender hem om die reden heeft geschrapt.

Pontianus komt op deze plaats alleen voor in de cisiojanus van S. H heeft ‘potenciane’. En de feestdag van Pudentiana, ook wel Potentiana genoemd, is 19 mei. Maar…. de kalender viert haar op de 17e, de cisiojanus van H op de 20e, terwijl de cisiojanus van S haar ook op de 20e viert. H’s ‘potenciane’ heeft bovendien een lettergreep teveel, al heeft het rijmwoord ‘germeniane’ dat ook. Misschien moeten we deze twee vierlettergrepig ‘(s)jane’ uitspreken? Een andere mogelijkheid: een emendatie is simpel. Vervangen we ‘brandane’ door ‘brandaan’, dan staat Pudentiana in de cisiojanus op 19 mei, waar ze hoort, en klopt het aantal lettergrepen. En omdat dat laatste niet klopte, heeft de kopiist van S er maar ‘ponciane’ van gemaakt. Maar waarom is de kopiist van S niet op die eenvoudige emendatie gekomen?

Hoe dit zij, er is duidelijk geknoeid. Heeft het iets met de populariteit van Brandaan te maken, dat Pudentiana op zijn feestdag is ingevuld?(4)

Gertrudis van Nijvel. Zender(5) zegt, dat ze nauwelijks in Vlaanderen werd vereerd. Van der Linden(6) zegt dat ze vereerd werd in het bisdom Gent. Had de opdrachtgever iets tegen geleerde vrouwen? Katharina van Alexandrië neemt hij wel op. Had hij iets tegen een heilige uit Franstalig gebied? Er staan onvervalst Franse heiligen in de kalender: Dionysius, Germanus (St. Denis, St. Germain), Hilarius. Had hij iets tegen een heilige die zich heeft doodgevast? Ik weet het niet.

Op Victor hoop ik nog terug te komen.

  1. H. van Werveke, Het bisdom Terwaan van den oorsprong tot het begin der veertiende eeuw. (Met een kaart.) Gent 1924. De Milo’s op pag. 48 en 49.
  2. Ludo Jongen, Hendrik van Veldeke en de hagiografische traditie. Sint Servaas tussen feit en fictie. In: Literatuur 11 (1994), pag. 295-6. En:
    Jos Koldeweij, Sint Servatius, een pion in de politiek van Duitse keizers? In: Andere structuren, andere heiligen. Het veranderende beeld van de heilige in de Middeleeuwen. Onder redactie van R.E.V. Stuip en C. Vellekoop. Utrecht 1983, pag. 217-239.
  3. Clara Strijbosch, Niets dan de waarheid? De reisverhalen van Brandaan en Marco Polo. In: Quueste. Tijdschrift over middeleeuwse letterkunde in de Nederlanden. Jaargang 5 (1998), blz. 8.
  4. Juist omdat Macarius, Servatius en Brandaan zo dicht op elkaar staan, heb ik de mogelijkheid overwogen, dat er een stuk aan de legger ontbrak. Maar maximaal 18 dagen midden in een kalendermaand is niet te verenigen met het ontbreken van een bladzijde. Trouwens, dan zou de achterkant ook ontbreken, en dat geldt ook, als een stuk van de bladzijde was uitgescheurd.
  5. Mathias Zender, Räume und Schichten mittelalterlichen Heiligenverehrung in ihrer Bedeutung für die Volkskunde. Die Heiligen des mittleren Maaslandes under Rheinlande in Kultgeschichte und Kultverbreitung. Dusseldorf 1959.
  6. Deze definitie is letterlijk overgenomen uit Stijn van der Linden, De heiligen, Amsterdam/Antwerpen 1999.